Marveld Magazine

Er was eens... Teun en Pleun lopen door het bos. Ze gaan kastanjesoep maken. Pleun heeft al veel kastanjes gevonden als Teun een bosbessenstruik ziet staan... Er schijnt opeens een felle kleur groen achter het bosje vandaan. Teun schrikt. Maar hij is ook nieuwsgierig en gaat kijken. Onder de struik ligt een hele coole zonnebril. Teun pakt hem op en rent ermee naar Pleun. “Pleun, Pleun, kijk eens wat ik gevonden heb. Een mega coole zonnebril die ook nog eens licht geeft. Zal ik hem opzetten?” “Neeee, niet doen”, zegt Pleun. “Straks is het een toverbril. Laten we Jan de Muziekman vragen of hij weet wat voor een bril het is.” Teun en Pleun lopen terug naar huis waar Jan de Muziekman al zit te wach- ten. Jan verveelt zich. “Hè hè, daar zijn jullie. Zullen we verstoppertje doen?” “Nee”, zegt Pleun. “Moet je eens kijken wat Teun gevonden heeft”. “Weet jij misschien wat dit voor zonnebril is?” “Nee, ik zou het niet weten.”, zegt Jan. “Hoezo?” “Nou deze bril geeft licht,” zegt Pleun. “Straks is het een toverbril.” Dan heeft ze een idee. “We gaan kijken of de bril in het grote kabouterboek staat. Want daar staat álles in.” Teun en Pleun pakken het boek en zoeken de toverbrillen. De bril staat er niet bij. Het is dus geen toverbril. ‘Ooh mooi’, denkt Jan en hij zet stiekem de bril op. Ondertussen ontdekken Teun en Pleun de bril in het grote kabouter- boek. “Het is een hypnosebril”, zegt Pleun. “Als je de bril opzet, dan doe je precies wat je gezegd wordt. Bijvoor- beeld dat je moet afwassen.” Jan loopt naar de keuken en begint af te wassen. Ondertussen hebben Teun en Pleun nog steeds niet door dat Jan de bril op heeft. Dan zegt Teun: “Jan, kom eens hier. Jij kan ook niet luisteren hè? Soms lijk je wel een kip zonder kop.” Dan begint Jan opeens te rennen. Hij rent overal tegenaan en rent maar door. Teun en Pleun schrikken zich een hoedje en zien wat Jan aan het doen is. Hij doet een kip zonder kop na... Dan zien Teun en Pleun dat Jan de bril op heeft. Teun loopt naar Jan toe en probeert de bril af te doen. Maar het lijkt wel of hij aan zijn hoofd is vastgelijmd. “Het lukt me niet”, zegt Teun. “Wat moeten we nu doen?” Pleun weet wel wat. Omdat Jan zo stout is geweest mag hij al hun klus- jes doen en ze zegt: “Jan, ga het gras eens maaien.” Jan loopt naar buiten en begint het gras te maaien. En als hij klaar is, mag hij ook de was doen. Maar als Jan klaar is vinden Teun en Pleun het toch wel zielig. “Zullen we de bril weer af doen? Ze lopen naar het grote kabouterboek en zoeken naar een oplossing. Gelukkig, daar staat een toverspreuk: Draai één keer in het rond. Stamp twee keer op de grond. Zeg drie keer baf baf baf en de bril die kan nu af. “Zullen we het samen proberen?” zegt Teun. Dan zeggen Teun en Pleun sa- men de toverspreuk. Jan begint ineens heel raar te schudden en dan valt de bril van zijn gezicht. Jan om zich heen en vraagt: “Waar ben ik?” “Je bent bij ons thuis en je bent heel erg stout ge- weest”, zegt Teun. Jan begrijpt er niets van. “Ik heb toch niets raars gedaan?” “Jawel! Je hebt de bril opgezet en dat mocht niet van ons”, zegt Pleun. “Maar je hebt wel fijn het gras gemaaid én de was gedaan. En weet je wat? Daarom mag je bij ons blijven eten”. Jan vindt het goed. En zo wordt het toch weer gezellig in de Kabouterstraat. | Teun & Pleun en de hypnosebril 24 Marveld Magazine

RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg0NjU=